Een voorbeeld
Stel, je koopt een huis van
€ 300.000. Je betaalt daar een waarborgsom van 10% over. Dat is dan € 30.000.
De verkoper wil de zekerheid hebben dat hij 10% van de koopsom krijgt als de koop niet doorgaat. Die aanbetaling heet ook wel waarborgsom. Meestal is die 10% van de koopsom.
Stel, je koopt een huis van
€ 300.000. Je betaalt daar een waarborgsom van 10% over. Dat is dan € 30.000.
Een bankgarantie is een contract met de bank waarin we garanderen dat de verkoper de waarborgsom krijgt. De verkoper weet dus zeker dat hij 10% van de koopsom krijgt, ook als je toch ineens afhaakt en de koop niet doorgaat.
De bankgarantie geven wij af bij de notaris. Gaat de koop door? En is je hypotheek rond? Dan vervalt de bankgarantie weer. Gaat de koop niet door? Soms kun je je dan beroepen op de ontbindende voorwaarden uit het koopcontract. Als dat zo is, heeft de verkoper geen recht op de waarborgsom van 10%. En hoeven we de verkoper niet te betalen. Gelden de ontbindende voorwaarden niet? Dan krijgt de verkoper de waarborgsom van 10%. We betalen dit bedrag via de notaris aan hem uit. En jij krijgt een factuur om de waarborgsom aan ons terug te betalen.
Voor een bankgarantie betaal je 1% van het garantiebedrag, met een minimum van € 100. Dus stel, voor je huis van € 200.000 krijg je een bankgarantie van € 20.000. Dan betaal je 1% van € 20.000 = € 200 aan servicekosten. Deze kosten kun je niet van de belasting aftrekken.
Kijk hier voor de kosten van advies.
Wij werken samen met Nationale Waarborg voor bankgaranties. Want zij kunnen die regelen tegen een scherpe prijs en al vroeg in het aanvraagproces afgeven.