Wat is gangbare, passende en beroepsarbeid?
Woonlastenverzekering
Als je een woonlastenverzekering aanvraagt, dan kiest de verzekeraar of je een verzekering krijgt voor beroepsarbeid, gangbare of passende arbeid. Die keuze heeft gevolgen voor je uitkering als je arbeidsongeschikt wordt. Daarom is het belangrijk dat je weet wat de verschillen zijn.
Uitleg gangbare, passende en beroepsarbeid
Dit zijn de 3 manieren waarop de verzekeraar arbeidsongeschiktheid kan beoordelen:
Gangbare arbeid: De verzekeraar kijkt dan of je nog kunt werken. Ze kijken niet naar je ervaring of opleiding. De woonlastenverzekering volgt bij gangbare arbeid altijd de beslissing van het UWV.
Passende arbeid: Hiervoor kijkt de verzekeraar wat voor werkzaamheden aansluiten bij opleiding en ervaring en je nog wel kunt doen.
Beroepsarbeid: De verzekeraar checkt hier of je je eigen beroep nog kunt uitoefenen. En of er dan aanpassingen nodig zijn, bijvoorbeeld op je werkplek. De verzekeraar kan je niet verplichten om je zogenaamde restcapaciteit in te zetten voor een andere functie.
In de voorwaarden vind je meer informatie over gangbare, passende en beroepsarbeid.
Zo werkt 't
Voorbeeld 1:
Je bent fysiotherapeut en je wordt ziek. Je kunt het lichamelijk zware werk dat bij het beroep hoort niet meer doen.
Beoordeling op basis van gangbare arbeid: Je kunt nog wel werken in beroepen waarbij je geen zware lichamelijke inspanning hoeft te leveren. Deze beroepen hoeven niet aan te sluiten op je ervaring en opleiding. Als accountmanager bijvoorbeeld. Je inkomen is dan gelijk aan het inkomen van een fysiotherapeut en daarom ben je volgens de verzekeraar niet arbeidsongeschiktheid.
Beoordeling op basis van passende arbeid: Je kunt nog wel werken in een paar beroepen waarbij je geen zware lichamelijke inspanning hoeft te elveren. Deze beroepen sluiten aan op je ervaring en opleiding. Bijvoorbeeld: als medisch acceptant bij een verzekeringsmaatschappij verdien je bijvoorbeeld 60% van je oude inkomen. Je bent dan voor 40% arbeidsongeschikt.
Beoordeling op basis van beroepsarbeid: Je kunt niet meer werken als fysiotherapeut en bent dus volledig arbeidsongeschikt.
Voorbeeld 2:
Een directeur en z’n chauffeur hebben een auto-ongeluk gehad. Ze hebben allebei dezelfde klachten en zijn verzekerd op basis van gangbare arbeid. Na het ongeluk kunnen ze nog maar licht administratief werk doen waarmee ze € 1.500 per maand kunnen verdienen.
De chauffeur verdiende € 2.500. Zijn inkomen daalt dan dus met € 1.000. Dat is een terugval van 40%. De chauffeur is dus voor 40% arbeidsongeschikt. De directeur verdiende € 7.500. Haar inkomen valt dus € 6.000 terug: een terugval van 80%. De directeur is dus voor 80% arbeidsongeschikt. Dat zien we als volledige arbeidsongeschiktheid.
Je inkomen is belangrijk
Hoe lager je inkomen, hoe belangrijker het is om te kiezen voor beroepsarbeid. In het voorbeeld hierboven kan de chauffeur z’n eigen beroep niet meer uitoefenen. En is dus op basis van beroepsarbeid wél volledig arbeidsongeschikt.