7 Moeilijke belastingtermen uitgelegd
1. Bruto en netto
Het brutoloon is het totale bedrag van jouw loon. Hiervan wordt onder andere jouw loonbelasting en de premies volksverzekeringen afgehaald. Inhoudingen of extra vergoedingen na inhouding van de loonbelasting moeten te volgen zijn via je loonstrook. Het bedrag dat overblijft is jouw nettoloon. Dit is het bedrag dat je ontvangt op jouw bankrekening.
2. Belastingteruggave
In de loop van het jaar betaal je belasting. Vaak houdt je werkgever of uitkeringsinstantie dit automatisch in op je loon of uitkering. Wanneer je belastingaangifte doet, wordt er gecheckt of je voldoende, te weinig of te veel belasting hebt betaald. Het is dus mogelijk dat je iets terugkrijgt. Dit is bijvoorbeeld het geval als je slechts een gedeelte van het jaar (fulltime) hebt gewerkt.
3. Aftrekposten
Sommige kosten kun je aftrekken van jouw inkomen. Daardoor wordt het bedrag dat je aan belasting moet betalen lager. Er zijn verschillende aftrekposten, zoals hypotheekrente en giften aan goede doelen. Maar ook reiskosten of zieketekosten kunnen aftrekbaar zijn. Dat kan betekenen dat je minder belasting hoeft te betalen of dat je zelfs geld terugkrijgt. Check wanneer je belastingaangifte doet welke aftrekposten voor jouw situatie gelden. Zoek bijvoorbeeld in je zorgverzekering (app) en in je afschrijvingen op kosten die te maken hadden met reis- en zorgkosten. Deze gegevens moet je namelijk vaak zelf invullen.
4. Loonheffingskorting
Heffingskortingen zijn kortingen op je belasting. Iedereen die werkt heeft hier recht op. Als je in loondienst werkt, houdt je werkgever rekening met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Deze kortingen worden samen de loonheffingskorting genoemd. Deze korting vraag je aan via jouw werkgever. Jouw werkgever draagt dan minder belasting af, waardoor jij meer loon krijgt. Heb je in 2022 meerdere banen gehad? Kijk dan of je maar bij één daarvan loonheffingskorting hebt toegepast. Anders moet je misschien belasting bijbetalen.
5. Belastingboxen
In Nederland bestaan er drie boxen voor de inkomstenbelasting. Hierover wordt jouw inkomen verdeeld en gelden verschillende belastingtarieven. In belasting box 1 betaal je het inkomen uit werk en woning. Denk hierbij aan loon/salaris en/of en winst uit een onderneming. In de belasting box 2 betaal je belasting over het inkomen uit aanmerkelijk belang. Dit heb je als je in bezit bent van 5% van bepaalde aandelen, opties of winstbewijzen van een vennootschap. In box 3 betaal je belasting over je vermogen.
6. Belastingschijven
In box 1 betaal je belasting over jouw inkomen uit werk en woning. Je betaalt naar verhouding meer belasting als je inkomen hoger wordt. Daarvoor worden twee belastingschijven met verschillende belastingtarieven gebruikt. In 2022 is dat € 69.399 37,07% en vanaf € 69.399 49,5%.
7. Middeling
Dit is een regeling van de Belastingdienst die je kunt toepassen als jouw inkomen de afgelopen drie jaar erg wisselend was. Wanneer het gemiddelde van die drie jaar lager is dan de belasting over de drie losse jaarinkomens, heb je kans dat je geld terugkrijgt. Bijvoorbeeld wanneer je na je studie fulltime gaat werken. Vanaf 1 januari 2023 vervalt deze regeling. Het laatste tijdvak waarover je kunt middelen is 2022, 2023 en 2024.