Rekenvoorbeeld van SNS Lijfrente
Einde spaarperiode
Zit je spaarperiode erop (uiterlijk in het vijfde kalenderjaar na het jaar waarin je de AOW-leeftijd hebt bereikt)? Dan moet je je geld in termijnen laten uitkeren met een lijfrente-uitkeringsproduct en worden deze uitkeringen belast. Dit werkt vereenvoudigd uitgewerkt als volgt:
Opbouwfase: Storting van jaar- en/of reserveringsruimte € 1.500 op SNS Lijfrente
Dit bedrag mag onder voorwaarden in aftrek worden gebracht op het inkomen uit werk en woning in de aangifte inkomstenbelasting. Hierdoor hoeft minder belasting te worden betaald in box 1. De fiscale gevolgen zijn afhankelijk van de hoogte van het inkomen uit werk en woning en het percentage inkomstenbelasting dat is verschuldigd.
Fictief voorbeeld (2024):
Het inkomen bedraagt € 35.000 (verder geen inkomen uit werk en woning). De storting bedraagt € 1.500.
Voor aftrek jaar- en/of reserveringsruimte:
Belastbaar inkomen | Gecombineerd tarief inkomstenbelasting / premies volks-verzekeringen | Belasting- heffing over € 35.000 per schijf | |
---|---|---|---|
Eerste schijf | € 35.000 (inkomen uit werk en woning) | 36,97% | € 12.939 |
Lees meer op de website van de belastingdienst.
Na aftrek jaar- en/of reserveringsruimte:
Belastbaar inkomen | Gecombineerd tarief inkomstenbelasting / premies volks- verzekeringen | Belasting- heffing over € 35.000 -/- € 1.500 = € 33.500 | |
---|---|---|---|
Eerste schijf | € 33.500 (inkomen uit werk en woning) | 36,97% | € 12.384 |
Je stort € 1.500 op SNS Lijfrente en betaalt hierdoor na aftrek van de inleg als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in dit voorbeeld € 554 minder belastingheffing.
Lees meer op de website van de belastingdienst.
Uitkeringsfase: maandelijkse uitkering van € 200 bruto
Laat je de lijfrente uitkeren met SNS Lijfrentenieren? Dan houdt SNS hierop alvast loonbelasting en premies volksverzekeringen en inkomstenafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet in en draagt dit af aan de Belastingdienst. In de aangifte inkomstenbelasting kan het zijn dat dit bedrag nog wordt gecorrigeerd.
Fictief voorbeeld (2024):
Hierbij wordt ervan uitgegaan dat degene die de uitkering ontvangt AOW-gerechtigd is en de loonheffingskorting niet wordt toegepast.
Bruto uitkering | € 200 |
---|---|
Loonheffing (loonbelasting en premies volksverzekeringen) (19,07%) | € 38,14 |
ZVW (5,32%) | € 10,64 |
Netto uitkering | € 151,22 |